Met een hoog ‘erop- of erondergevoel’ pakte ik begin dit jaar mijn schrijfwerk weer op.

Ik voelde me kwetsbaar als nieuwbakken moeder en had het idee mezelf opnieuw uit te moeten vinden. Mijn brein leek gereset en op een andere manier te werken, maar hoe?, dat wist ik niet.

Mijn eerste interview – ik zie mezelf nog zitten in mijn kantoor, terwijl ik een verdieping hoger mijn baby hoorde huilen – sloeg een deuk in mijn zelfvertrouwen.

Ik hakkelde en haperde, voelde me een stagiair die angstvallig vasthield aan haar vragenlijstje en vergat om door te vragen. Iemand die (nog) niet over het vertrouwen beschikt dat het gesprek zou gaan lopen als hij de teugels liet vieren.

Het kostte me uren om de tekst uit te werken tot een verhaal dat me de moeite waard leek. En ook al was mijn opdrachtgever tevreden, ik besloot voorlopig wat gas terug te nemen.

Vier weken later deed ik een tweede poging. Het ging beter, maar daarmee was alles gezegd. Ik had de grootste moeite met in- en uitzoomen, met informatie ordenen en zien wat hoofd- en bijzaken waren.

Uren kon ik sleutelen aan mijn teksten, voordat ik een soort van tevreden was. Daarnaast had ik naamdyslectie en bleek ik niet meer in staat om namen en titels op de juiste manier te spellen. Ik husselde letters door elkaar, vergat ze of fantaseerde er juist een paar letters of woordjes bij. Stramrood, werd Stamrood, ‘s Nachts word je moeder werd Moeder word je in de nacht, KRO-NCRV werd VPRO (hoe dan?), Ballering werd Van Ballering, Melanie werd Melissa, ga zo maar door.

Natuurlijk werd ik daarop gewezen, als ik de tekst ter inzage mailde naar de geïnterviewden. Soms lieten ze doorschemeren dat ze het behoorlijk slordig vonden, andere keren vulde ik hun oordeel in en maakte ik mezelf in gedachten genadeloos van kant (wat dom!, slechte journalist!, moet je dit nou zien!, stop er toch mee!).

Iedere tikfout die ik maakte, knabbelde een stukje van mijn zelfvertrouwen. Ik maakte excuses en vroeg om begrip voor de worstelingen/uitdagingen van een nieuwe moeder. Iets wat ik trouwens zelden kreeg.

Ondanks een hele trits aan trucs (iedere naam checken en googelen, iedere titel checken en googelen, control ff-en op mogelijk spelfouten, mailtjes en artikelen nog een extra keer nalezen, en nog een keer..) bleef het zo nu en dan gebeuren. Ik zag het gewoon niet.

Op slechte momenten dacht ik eraan om te stoppen, of in ieder geval tijdelijk ander werk te gaan doen. Want niet alleen het interviewen, schrijven en dubbeldubbelchecken, maar ook het pitchen van ideeën kostte me bakken energie. En toch zette ik door.

Het dieptepunt kwam toen twee samenspannende geïnterviewden een klacht tegen me indienden bij een opdrachtgever, omdat ze niet tevreden waren over het artikel dat ik had geschreven en vooral niet over mijn inzage- en correctiebeleid.

Ook al stond ik achter mijn werkwijze en de publicatie, het raakte mijn kwetsbaarheid in de kern. Ik voelde me bedreigd, juist omdat ik het zo lastig vond om mijn draai weer te vinden en als freelance journalist afhankelijk ben van mijn (goede!) relaties met opdrachtgevers. Zij zijn mijn inkomen.

Het kantelmoment volgde daarna, toen de hoofdredacteur vierkant achter me stond en precies de dingen zei die ik even moest horen. Sindsdien groeide mijn geslonken zelfvertrouwen weer aan, tot in het najaar het ‘erop- of erondergevoel’ verdween.

Ik had mijn kwetsbaarheid omgebogen naar artikelideeën en liet het voor me werken tijdens interviews, die steeds openhartiger werden. Het resulteerde in bijzondere, intieme, maar vooral echte verhalen. Tijdens ieder gesprek voelde ik me verbonden.

En terwijl de opdrachten binnenstroomden, hervond ik mijn scherpte, mijn snelheid en mijn zelfvertrouwen. In plaats van een struggle, werd mijn werk een energiegever. Ja, ik maakte soms een foutje. Maar dat doet ieder mens.

Het was gelukt, het lukte, het lukt nog altijd en ik geniet ervan.

De komende twee weken geniet ik van een vakantie, waar ik inmiddels best aan toe ben. Ik ben al begonnen in een van de twee boeken (Autobiografie van mijn lichaam en Wolf – toevallig allebei geschreven door Vlaamse auteurs) die ik traditiegetrouw voor mezelf kocht bijwijze van kerstpakket van het bedrijf Letters van Lies aan de enige, zeer (!) gewaardeerde werknemer Liselotte. Wat ik daarvan vond, hoor je later. Deze serie/podcast/boek, heb ik al wel uit:

De Toeslagenaffaire (driedelige dramaserie, NPOstart)

Heftige miniserie over de toeslagenaffaire, die de impact laat zien van het handelen van De Belastingdienst. De ongelijkheid, het spel, maar vooral de gevolgen voor de gedupeerden die met hun rug tegen de muur stonden en kansloos leken in het gevecht tegen de overheid. Mensen die – onterecht – alles kwijtraakten, hun werk, huis en soms zelfs hun kinderen.

Dagen in herinnering van stilte (roman, Merethe Lindstrøm, Uitgeverij Oevers)

Mooi, pijnlijk en triest. Een boek over de gevolgen van zwijgen, over het onvermogen om te praten over dat wat pijn doet. Het laat zien hoe dat afstanden creëert die op een gegeven moment niet meer te overbruggen zijn.

De optie adoptie (podcast, BNN/VARA)

Journalist Maarten Dallinga en adoptiemoeder Annemieke Figee onderzoeken de vraag in hoeverre buitenlandse adoptie in het belang is van het kind. Een beladen onderwerp, gepresenteerd op een uiterst kwetsbare manier.

Tot slot wens ik je héle fijne, knusse feestdagen! Dank voor het lezen, dank voor het volgen, dank voor het delen, het liken en natuurlijk voor je steun. Op een gezond, liefdevol, kwetsbaar én krachtig nieuw jaar!

Veel liefs,
Liselotte

Ps. Je las aflevering 47 van Nieuwsletters van Lies. Ontvang je deze nieuwsbrief nog niet automatisch in je mailbox en zou je dat wel willen? Abonneren kan via deze link.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.