Collega-auteurs over ‘die akelige tweede’
Voor de verandering in deze aflevering niet mijn ervaringen, maar die van andere schrijvers. Ik vroeg collega-auteurs Lucia, Raf en Ellen naar ‘die akelige tweede’.
Lucia van den Brink (Niemand zoals hij (2020) en De geur van een moeder (2023), Ambo|Anthos) publiceerde afgelopen jaar haar tweede roman.
1. Hoe heb jij het schrijven van je tweede boek ervaren?
“Ik had veel motivatie om aan mijn tweede boek te beginnen, en ik dacht dat het binnen een jaar klaar zou zijn. Ik had in mijn hoofd dat als ik eenmaal dat debuut had gepubliceerd, dat ik daarna veel gemakkelijker zou kunnen schrijven. In de praktijk was dat helemaal niet zo. Ik moest blijven groeien en blijven leren. Het kostte me bijna drie jaar.”
2. Wat ging makkelijker dan bij je eerste boek?
“Ik herkende fouten die ik eerder had gemaakt en die ik niet nog een keer wilde maken. De grootste ‘fout’ was dat ik niet durfde het verhaal dichtbij me te laten komen, terwijl dat juist ook deels de kern van het verhaal was. Het verhaal bleef lang heel oppervlakkig en kunstmatig. Het herschrijven was hels (kan ik wel beter dan dit?), maar uiteindelijk heel belonend omdat het uiteindelijk lukte!”
3. En waar liep je tegenaan?
“Mijn tweede boek moest iets vertellen waar ik in mijn echte leven nog niet achter was. Ik wilde te snel en sommige processen kunnen niet gepusht worden. Een verhaal moet soms een tijd met je meeleven.”
4. Wat is je tip aan schrijvers van een tweede boek?
“Rustig aan. Je doet dit voor jezelf. Niet voor meer publiciteit, aandacht, succes of wat dan ook. Werk echt vanuit jezelf: voor wat jij wilt bereiken. Neem je tijd.”
Raf de Bie (Dromenvanger Dino en het verhaal van de Vespa (2021), Uitgeverij Vrijdag) werkt momenteel aan zijn tweede roman.
1. Hoe ervaar jij het schrijven van je tweede boek?
“Eigenlijk kan je als auteur bij het schrijven van je tweede boek verwachten vleugels te krijgen. Een jarenlange droom om te mogen debuteren is immers uitgekomen. Toch blijkt de werkelijkheid vaak anders; het moet een zekere prestatiedruk zijn die misschien wel kan vergeleken worden met die van een hydraulische pers. Er is niet onderuit te komen en heel wat schrijvers voelen tijdens het schrijfproces hun zelfvertrouwen herleid tot de dikte van een pannenkoek. Ik geloof dat ik tussen de twee heen en weer schipper. De ene dag trek ik me er allemaal niets van aan en schrijf ik vrijuit, andere dagen lijk ik eerder op een olifantenkalf dat vast zit in de modder en om hulp roept.”
2. Wat gaat er makkelijker dan bij je eerste boek?
“Ik kan mijn twijfels beter plaatsen. Het schrijven van mijn debuutroman was een lang en moeilijk proces, zonder enige zekerheid op publicatie. Bij het schrijven van dit tweede boek heb ik in ieder geval de wetenschap dat het me al een keer is gelukt.”
3. En waar loop je tegenaan?
“Ik verbaas me erover hoeveel beginnersfouten ik nog maak. Soms lijkt het alsof ik helemaal niets heb geleerd van het schrijven van mijn debuutroman. Eén keer betrapte ik me er zelfs op dat ik de verhaalopbouw deed lijken op die van Dromenvanger Dino. Toen moest ik snel ingrijpen.”
4. Wat is je tip aan schrijvers van een tweede boek?
“De tip die ik aan mezelf (Raf schrijf momenteel aan zijn tweede boek, red.) geef: probeer af en toe te denken aan een band die een debuutalbum heeft gelanceerd. Heel vaak bestaat dat album uit een samenvloeiing van alle invloeden en ervaringen die de bandleden tot dan toe in hun leven hebben meegemaakt. Vaak verwacht de platenmaatschappij zo snel mogelijk een tweede album, liefst van eenzelfde kwaliteit. Net zo vaak blijkt dat onmogelijk. Ook al heb je op muzikaal vlak, bewust (of vaker) onbewust, ondertussen enige vooruitgang geboekt, je kan op een jaar tijd niet zomaar samenvatten wat je met je debuutalbum over een gans leven hebt gedaan. Kortom, ik denk vaak bij mezelf: vergeet niet te leven en nieuwe indrukken op te doen terwijl je aan nummer twee werkt!”
Ellen van Hollander (De Primeur (2012), Door het Vuur (2012), Noodtoestand (2014), Over de grens (2018), Volt-Singel Uitgeverijen) schreef haar tweede thriller járen geleden en werkt inmiddels aan haar vijfde (!) boek.
1. Hoe heb jij het schrijven van je tweede boek ervaren?
“Wat me vooral bijstaat, is dat ik na het verschijnen van mijn eerste thriller Door het vuur meteen door wilde. Het boek had prima verkocht en het proces van schrijven en publiceren was heel feestelijk verlopen. Dat smaakte naar meer.
Je zou kunnen zeggen dat ik bij mijn eerste boek vooral op mijn intuïtie ben afgegaan. Noem het onbevangen. Bij het tweede verhaal ben ik veel meer vooraf gaan nadenken. Waar moest het heen? Plannen en plotten.”
2. Wat ging er makkelijker dan bij je eerste boek?
“De publicatie van mijn debuut sterkte mij in het geloof dat ik het zou kunnen leren, dat ambacht van boeken schrijven. Niet dat het van een leien dakje ging, maar ik had bewezen dat ik een boek kon afmaken. Heel veel mensen kunnen goed schrijven (en veel beter dan ik), maar ik heb dat heilige vuur en ga zitten en ga net zolang door totdat het boek er ligt.”
3. En waar liep je tegenaan?
“Dat weet ik niet zo goed meer. Ik weet wel dat ik over De Primeur – mijn tweede boek – veel meer tevreden was dan over de eerste. Later ben ik trouwens wel ontzettend vastgelopen. Dat was na het schrijven van mijn vierde boek Over de grens. Dat nieuwe verhaal kwam maar niet van de grond. Dat boek heb ik uiteindelijk losgelaten met pijn in mijn hart. Tamelijk frustrerend als je ergens al meer dan een jaar aan werkt, maar het werkte gewoon niet.”
4. Wat is je tip aan schrijvers van een tweede boek?
“Ik denk dat voor elk project geldt dat je met een blanco pagina begint, letterlijk en figuurlijk. Zonder verwachtingen maar vol verwachting. Mijn mooiste schrijfmomenten komen als ik opensta voor ideeën en creativiteit. Als ik rustig ben,- fris en gezond. De mythe van de drinkende, rokende schrijver die onder invloed haar beste verhaal componeert is volgens mij een fabeltje. En begin niet over Ernest Hemingway. Ik las laatst ergens dat hij weliswaar een legendarische drinker was,, maar dat hij dat hij de alcohol liet staan tijdens het schrijven.”
Bedankt collega’s, bedankt lezers! De volgende aflevering komt weer van mijn hand (tenzij jullie massaal willen dat ik andere schrijvers interview ;)).
Veel liefs, maak er een mooie dag van!
Liselotte
Pssst! Je las aflevering 28 van mijn tweewekelijkse nieuwsbrief Nieuwsletters van Lies. Ontvang je deze nieuwsbrief nog niet automatisch in je mailbox en zou je dat wel willen? Abonneren kan via deze link.