Van idee tot boek: zo schrijf je (of nou ja, ik) een roman
Oud-collega’s, journalisten, kennissen en vrienden van vroeger: de keren dat ik iemand sprak die zei een idee voor een boek te hebben, zijn ontelbaar.
Sommigen stellen het beginnen met schrijven uit, anderen hebben al een uitgewerkt idee op papier staan of zelfs de eerste hoofdstukken geschreven. Maar iets zorgt ervoor dat ze vastlopen.
Ook ik was ooit zo iemand met de droom een boek te schrijven. Ik had veel ideeën en begon meerdere keren. Maar steeds vond ik een reden om te stoppen. Om backspace zo lang in te drukken, dat er niets dan een knipperende cursor op mijn scherm stond.
Toen ik een jaar of 23 was, zei een stem in mijn hoofd dat ik te jong was en te weinig levenservaring had om een goed boek te schrijven. Spottend herlas ik mijn opzetjes.
Toch ging ik stug door en hoe ouder ik werd, hoe meer zelfvertrouwen in kreeg. Maar welk verhaal wilde ik écht vertellen? Dat werd me na steeds weer een nieuwe poging (doorzettingsvermogen is een absolute eis voor schrijvers (in spe)) duidelijk:
- Ik wilde niet ten koste van anderen schrijven en dus geen personages baseren op familie of vrienden;
- Ik wilde schrijven over onderwerpen die dicht bij me stonden, over zaken die me aan het hart gaan;
- Het verhaal moest persoonlijk zijn, zonder dat het over mij zou gaan. Ik wilde fictie schrijven die tegen de werkelijkheid aan schuurde.
Ik koos elementen die hoe dan ook terug moesten komen in het verhaal en legde ze als puzzelstukjes op mijn werktafel. In Waar ik liever niet kom waren dat bijvoorbeeld reisbestemmingen, de brieven, maar ook thema’s als vergeving, zelfonderzoek en een kritische kijk op sociale media-gebruik.
Een aantal van die stukken schoof ik in elkaar, precies genoeg om te kunnen beginnen met schrijven. De rest viel tijdens het proces op de juiste plek.
Het kostte me zeker drie versies (die geen complete boeken, maar stevige aanzetten waren) tot ik tevreden was over de verhaallijn. Het schrijven van mijn tweede roman gaat op een soortgelijke manier.
Hoe dan ook wilde ik dat het verhaal zich (deels) zou afspelen op het door mij zo geliefde Sallandse platteland (puzzelstuk 1). Om mezelf uit te dagen, besloot ik te schrijven vanuit een ander perspectief dan in mijn debuutroman (puzzelstuk 2). Het boek moest gaan over twee vrouwen (puzzelstuk 3) en ik wilde het leven op het platteland afsteken tegen dat in de stad (nummer 4).
Als belangrijke thema’s koos ik liefde en de gevolgen van een gemaakte keuze op de verloop van een leven. Ik plakte een prikbord vol kreten, foto’s, krantenknipsels en aantekeningen, keek naar films en luisterde podcasts die me inspireerden.
Ook het vinden van de juiste verhaallijn voor mijn tweede roman en het in elkaar schuiven van puzzelstukjes kostte me een aantal versies. Tot twee keer toe begon ik helemaal opnieuw. Maar zonder die eerdere, ‘mislukte’ versies, had ik de verhaallijn die nu staat nooit gevonden.
Heb jij ook een idee voor een boek? Blijf puzzelen, begin opnieuw. En geef nooit op 💫
Veel liefs, mooie dag – ook namens Dikkie😻,
Liselotte
Pssst! Je las aflevering 19 van mijn tweewekelijkse nieuwsbrief Nieuwsletters van Lies. Ontvang je deze nieuwsbrief nog niet automatisch in je mailbox en zou je dat wel willen? Abonneren kan via deze link ✨