De eerste versie van mijn tweede roman ligt bij de uitgever
Op 1 januari leverde ik de allereerste versie van mijn tweede roman in bij mijn uitgever.
Een ongekend goed begin van het nieuwe jaar, voorgaande 1 januari’s was ik al tevreden als ik mijn bed uit kwam.
Dit jaar had ik, op de dag na oud en nieuw nota bene, alweer een reden om een fles champagne open te trekken (wat ik overigens niet deed, ik hield het bij de vertrouwde rode wijn).
Nu zul je niet de eerste zijn die denkt ‘Wat?? Nu al?!’ Het is de standaard reactie van vrijwel iedereen aan wie ik het vertel.
Ja, nu al. Maar nee, dat betekent niet dat mijn tweede roman al af is. Nog lang niet zelfs.
De kleine 30.000 woorden (dat zijn ongeveer 110 bladzijden) die op 1 januari met een muisklik mijn postvak uit verlieten, vormen de basis van het boek. Een rond verhaal met een begin en een einde, waaraan ik de komende maanden nog flink zal sleutelen.
Denk aan gebeurtenissen die ik uitvergroot of juist verklein, of aan personages die een grotere of kleinere rol zullen spelen. Ik voeg nieuwe figuren toe of help bestaande personages om zeep. Er ontstaan frisse verhaallijnen en zelfs het einde kan veranderen.
Er volgen nog vele versies waarin het verhaal zich ontwikkelt en groeit, zowel inhoudelijk als in omvang.
Kortom: er is nog een heleboel werk aan de winkel, maar de kop is eraf.
Mij vind je de komende weken niet schrijvend, maar lezend op de bank in mijn huis/caravan. De eerste roman (Dromenvanger Dino en het verhaal van de Vespa van collega Uitgeverij Vrijdag-auteur Raf de Bie) is inmiddels uit. Met de tweede (Ik ben een eiland, Tamsin Calidas) stap ik zo in de trein.
Psst! Je las net aflevering 5 van Nieuwsletters van Lies. In die nieuwsbrief schrijf ik wekelijks over de weg naar mijn tweede roman. Wil je je abonneren op mijn nieuwsbrief? Dat kan via deze link.