Hoe mijn ‘offer’ ervoor zorgt dat ik kan doen wat ik het allerliefste doe
‘Hoe doe jij dat financieel?’ Vaker dan eens vragen mensen hoe ik rondkom als schrijver.
Een goede vraag wel, want het schrijven van boeken levert je, tenzij je J.K. Rowling heet, niet bepaald een fortuin op.
Sommige mensen denken dat ik een voorschot krijg, of dat ik zoveel exemplaren van mijn debuutroman heb verkocht dat ik dat geld kan gebruiken voor het schrijven van mijn tweede roman.
Maar dat is niet zo. Ik heb nog altijd 0 euro verdiend aan mijn eerste roman – schik niet, dat verandert binnenkort. In het voorjaar krijg ik mijn deel van de opbrengst.
Een voorschot van mijn uitgever of beurs van het Letterenfonds krijg ik niet. Ook word ik niet gesponsord door mijn ouders, vrienden, oliesjeiks, you name it.
Hoe dan wel? Ik leef van mijn zelf bij elkaar gesprokkelde schrijversfonds dat voor het grootste deel bestaat uit het salaris dat ik afgelopen jaar verdiende bij het AD.
Maandelijks keer ik mezelf een klein bedrag uit. Zonder moeite trouwens, want ik heb niet veel nodig.
Ik woon in een klein (lees: heel klein) huis en heb lage maandlasten. Ik geef alleen geld uit aan dingen die ik echt nodig heb. Denk aan kaas, koffie, literatuur, benzine en oké, rode wijn. Nieuwe kleren, meubels of apparaten koop ik niet.
Mijn levensstijl voelt absoluut niet als een offer. Sterker nog, het zorgt ervoor dat ik in 2022 kan doen wat ik het allerliefste doe: fulltime werken aan mijn tweede roman.
Over 2022 gesproken, natúúrlijk wens ik jou een spectaculair, gezond, gelukkig, liefdevol en onvergetelijk nieuw jaar
Psst! Je las net aflevering 4 van Nieuwsletters van Lies. In die nieuwsbrief schrijf ik wekelijks over de weg naar mijn tweede roman. Wil je je abonneren op mijn nieuwsbrief? Dat kan via deze link.