Het is koud in mijn caravan. En de eerste 18.000 (!) woorden staan op papier
Met temperaturen net boven (en onder) nul, moet ik toegeven (en dat doe ik niet graag), dat vertoeven in mijn geliefde caravan op dit moment niet écht een feest is.
Vorige week sliep ik er voorlopig voor het laatst, omdat ik meerdere keren wakker werd met een bevroren hoofd. Paarse lippen, ijssterren in mijn haar. Er zijn grenzen (ook voor mij).
Overdag loeit het kacheltje en verstop ik me in coltruien. Ook doen de drie kattenbroers Ronnie, Donnie en Frans er alles aan om me warm te houden. Ik schrijf dus nog wel vanuit mijn caravan. Alleen niet iedere dag.
Na een week winterkamperen, werkte ik de afgelopen dagen weer vanuit Utrecht. Sindsdien waardeer ik mijn kleine, goed geïsoleerde huis met cv meer dan ooit.
Omdat dat wat ik zie als ik uit mijn raam kijk niet in de buurt komt van het caravanuitzicht (de opkomende zon, honderdduizend sterren, ik noem maar wat), hou ik de gordijnen dicht.
De muur achter mijn tafel heb ik volgeplakt met dingen die ik wél wil zien. Foto’s, vliegtickets, tekeningen, gedichten en krantenknipsels: er hangt van alles.
Naast mijn laptop branden dikke kaarsen en om half vier ’s middags schenk ik een eerste glas rode wijn in. Kortom, ik maak er het beste van. En de eerste 18.000 woorden (!) staan inmiddels op papier.
Winterkampeertips zijn trouwens meer dan welkom, het kan niet lang duren voordat ik weer afreis naar het koude oosten…
Psst! Je las net aflevering 2 van Nieuwsletters van Lies. In die nieuwsbrief schrijf ik wekelijks over de weg naar mijn tweede roman. Wil je je abonneren op mijn nieuwsbrief? Dat kan via deze link.