Hopend dat ik me snel weer erger aan de drukte, geniet ik van de magie
Zondagochtend, bijna half twaalf. Via de Vleutenseweg loop ik vanuit mijn huis in Nieuw-Engeland naar het centrum. Een enkele fietser rijdt me tegemoet of voorbij met aan het stuur volle boodschappentassen en, hoe kan het anders, wc-papier.
Ik draag geen koptelefoon omdat er geen vervelende geluiden weg te filteren zijn. Fluitende vogels overstemmen het geraas van het weinige verkeer en het gebrek aan druk pratende mensen op straat. Het is een grijze dag, deze 15 maart. Maar het is droog en zo’n tien graden.
Ik deel de Daalsetunnel met niemand meer dan mijn gedachten.
Ik steek mijn handen in mijn jaszak en loop door de Daalsetunnel in een rustige, gelijke pas. Kijk net als altijd naar de concertposters die op de muur zijn geplakt, met het grote verschil nu te weten dat de shows niet door zullen gaan. Ik deel de tunnel met niemand meer dan mijn gedachten en word als ik weer op straatniveau loop verwelkomd door narcissen en krokussen die in grote groepen de perken naast het voetpad geel en paars kleuren.
Heel kort vertelt de rode kleur van het stoplicht me dat ik moet wachten voor ik het normaal zo drukke kruispunt waar de Daalseweg overgaat in de Amsterdamsestraatweg kan oversteken en mijn route vervolg in de richting van de Weertsingel.
Een man die zijn hond uitlaat schenkt me een lach en lijkt te zeggen: wij begrijpen elkaar.
Ik kijk om me heen. Naar gevels van huizen langs de weg, naar een wild bewegende kraai in een kale boom. Een man die zijn hond uitlaat schenkt me een grote lach en groet me op een manier die lijkt te zeggen ‘wij begrijpen elkaar: wat heerlijk he, die rust?’. Dit tafereel herhaalt zich bij een volgende passant een stukje verderop.
Hoe dichter ik bij de Oudegracht kom, hoe dichter ik de stadskern nader, de rust blijft. Mensen bewegen trager, geluiden klinken zachter. Alsof de volumeknop een draai heeft gekregen en het tempo twee versnellingen is terug geschakeld.
De paniekzaaiers zitten binnen met hun gevulde voorraadkasten en badkamer vol wc-papier.
De paniekzaaiers zitten heel tevreden binnen met hun voorraadkasten gevuld en hun badkamer vol wc-papier. De rest maakt een wandelingetje door de stad. Rent een rondje door Lepelenburg, drinkt een (blijkt nu, voorlopig laatste) koffie op het terras.
Ook ik hou afstand, vermijd lichamelijk contact, was mijn handen. Vind het heftig en vervelend hoe Corona het dagelijks leven stillegt. En toch geniet ik vandaag van de magische rust, die als een deken over Utrecht lijkt gelegd. Samen met de rest van de mensen die zich neerlegt bij de situatie.
Oplettend, maar rustig. Hopend dat ik me snel weer kan ergeren aan de drukte.